Er staan verhalen in de Bijbel, waarover je bijna nooit over hoort preken. Zoals de geschiedenis van Elia en de wolkenloze lucht. Ingeklemd tussen twee hele bekende bijbelgedeelten, krijgt dit pareltje maar weinig aandacht. Misschien heb je hier net een preek over gehoord, maar de kans is een stuk groter dat aandacht werd besteed aan het verhaal er vóór of het verhaal er na. Ken je die twee verhalen? In het eerste neemt Elia het op tegen honderden Baäl- en Asjera-priesters op de Karmel en in het tweede zien we een gedeprimeerde Elia vluchten voor Izebel om vervolgens door een engel te worden verzorgd. Wat daar tussenin gebeurde, wordt over het hoofd gezien; net als dat hele kleine wolkje aan de horizon.

Door het altijd over te slaan doen we het stukje onrecht aan en daarom pak ik even bij. Het is de moeite om het zelf door te lezen in 1 Koningen 18:41-46, maar in het kort gebeurt het volgende.

Ondanks dat het drie jaar niet geregend had, zei Elia tegen koning Achab dat hij voorbereidingen moest treffen voor de stortregens die met bakken naar beneden zouden komen. Aanleiding daartoe was er niet, want er was nog geen wolkje aan de lucht. Dus vroeg Elia aan zijn dienaar om de bergtop te beklimmen en te kijken of de lucht al betrok. Deze klom op, daalde daarna weer af naar Elia en zei: “Nee, de lucht is nog helder.” Toen mocht de dienaar nog een keer omhoog. En nog een keer. En nog een keer. Maar telkens was het antwoord hetzelfde: niets te zien. De woorden van de profeet leken zo leeg als de strakblauwe lucht. Na drie of vier keer had de dienaar dan ook kunnen concluderen dat het niets zou worden. Dat alles bij het oude zou blijven. Dat er geen hoop meer was voor Israël.

Toch ging hij keer op keer terug naar Elia. Hij wist dat Elia met geloofsoren de regen hoorde en met geloofsogen de lucht zag betrekken. Dus ging de dienaar nog een vijfde keer, en nog een zesde keer. Nog steeds zag hij helemaal niets.

Nederland is momenteel ook kurkdroog op kerkelijk vlak. Sinds 1966 wordt elke tien jaar een groot onderzoek gehouden, genaamd God in Nederland, en iedere keer komen de onderzoekers met rode cijfers. Al zes keer is aangetoond dat kerken krimpen, fuseren en verdwijnen. “Hoe God uit Nederland verdween” kopten de kranten in 2016. Echter: nieuwsredacties kijken niet met geloofsogen. En wat mij betreft hebben ze te vroeg conclusies getrokken.

De dienaar van Elia ging met lood in de schoenen voor de zevende keer naar de top van de Karmel. En klein wolkje ter grootte van een hand. Sloffend ging de dienaar naar beneden en hij bracht verslag uit bij Elia. Elia veerde echter op en riep: “Rennen!” Het verdere verloop van het verhaal laat zich raden: ze hielden het niet droog.

Van deze geschiedenis leren we om met geloofsogen te kijken en met geloofsoren te luisteren. Wat, als de zevende editie van God in Nederland weer een opwaartse trend laat zien? Of wat dichter bij huis: wat als we in de Stadskerk een paar mensen tot geloof zien komen en zien groeien in het geloof? Volgens mij is dat al een tijd aan het gebeuren. Wat zou dat betekenen? Ik zie de bui al hangen…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Inloggen
Nog geen lid? Wachtwoord vergeten?